Vitaliteit komt van het Latijnse woord ‘Vita’, dat leven betekent. Vrij vertaald betekent Vitaliteit dan ook ‘de energie om te leven’. Het gaat over de mate waarin je energie en levenskracht hebt in het leven.
Bij vitale medewerkers gaat het dus om de mate waarin medewerkers met energie, fitheid en levenskracht hun werk uit kunnen en willen oefenen. Nu en in de toekomst. Het gaat hierbij dus verder dan alleen het niet ziek zijn. Iemand kan niet ziek, maar ook niet vitaal zijn. En het gaat verder dan alleen fysiek fit voelen. Vitaliteit gaat ook over de emotionele verbinding die je voelt met directe collega’s en de mate waarin je verbonden voelt met de doelstelling van een organisatie.
Binnen vitaliteit wordt nogal eens gesproken van een ‘enge’ en een ‘brede’ definitie. In de enge definitie gaat vitaliteit in op de persoonlijk leefstijlaspecten, zoals goed slapen, gezond eten en voldoende bewegen. In de brede definitie worden ook aspecten mee genomen die gaan over de verbinding die de medewerker voelt met zijn directe team of de organisatie als geheel. De Vitaliteitsmonitor gaat uit van deze brede definitie van vitaliteit.
Er wordt geen inhoudelijk verschil aangemerkt tussen termen als ‘vitaliteit’ en ‘duurzame inzetbaarheid’. Beide thema’s gaan over de mate waarin medewerker nu en in de toekomst fris en energiek hun werk kunnen en willen uitvoeren. Thema’s als ‘betrokkenheid’ en ‘bevlogenheid’ komen erg dicht in de buurt bij het thema vitaliteit.